Architect Hendrik Fels

Architectuur in Gelderland: het Nieuwe Bouwen

 

Amsterdamse School:

De gebouwen worden opgetrokken uit baksteen. In Gelderland worden meerdere kleuren en materialen gebruikt. De PGEM streeft zowel naar harmonie in kleur en vorm, als naar eenheid in functie en vormgeving. Het uiterlijk moet het innerlijk weerspiegelen. De eerste bakstenen PGEM transformatorgebouwtjes zijn ontworpen door de architect Gerrit Versteeg sr. In een expressieve baksteenarchitectuur, al gauw als de stijl van de Amsterdamse School bestempeld.

 

Haagse School:

Door kennismaking met Hendrik Fels (1882-1962) Architect, Meubelmaker, wordt de Haagse School geïntroduceerd bij de PGEM. Hij vestigt zich in 1918 als zelfstandig architect en ontwerpt huizen, villa’s hotels, scholen winkels, garages en utiliteitswerken. Zijn broer J.J. Fels, de elektrotechnisch ingenieur bij PGEM, helpt hem aan zijn eerste opdracht voor PGEM. Als broer van de elektrotechnicus was hij voor directie makkelijk bereikbaar. Fels wordt huisarchitect van PGEM. Tot 1955 leverde hij als zelfstandig architect ontwerpen aan de maatschappij. Het PGEM-werk van Hendrik Fels tot omstreeks 1940 is typisch voor de sobere en zakelijker stroming naast de Amsterdamse School, die wel 'Haagse School' of 'Nieuwe Haagse School' wordt genoemd. Een stijl waarin de invloed van de ontwerpen van de Amerikaanse architect Fank Lloyd Wright groot is.

 

Kenmerkend is het gebruik van baksteen, soms in verschillende metselpatronen en kleuren, en de benadrukking van de horizontale lijn. De gevels kregen een reliëf door het in- en uitspringen van onderdelen

of lagen baksteen, waaronder het zogenaamde board and batten-motief, dat werd verkregen door een of twee lagen bruinroze baksteen terugliggend en één laag zwart geteerde baksteen uitstekend te metselen, een motief afkomstig van Wright. Evenals in werk van Wright wordt door Fels in bescheiden mate sculptuur toegepast, vaak met symbolische betekenis, zoals het gespierde mannetje met pruik van bliksemschichtenen gevelsteen "Mens en Energie" 

  

Fels ontwikkelde een 'huisstijl' voor de PGEM 

Horizontale lijnen, geaccentueerde daklijsten, flauw hellende daken, grote overstekken en meer kleurgebruik. De architectonische vormgeving wordt soberder en strakker en de groepering van bouwmassa’s doen kubistisch aan. Meer dan bij de Amsterdamse School ligt de nadruk op goede, functionele plattegronden. Het spel van hori-zontale lijnen in de architectuur lijkt een vertaling van het netwerk aan kabels en leidingen. Soms werden de hoeken van gevels afgeschuind met verticale bakstenen ribbels. Later wordt zijn architectuur soberder en strakker van vorm. Hij behoudt echter zijn voorkeur voor baksteen. De composities met blokvormen tonen steeds meer de invloed van Dudok.Transformatorhuisjes worden nog lang door Versteeg en bureau Gratema ontworpen en krijgen ook een ‘Haags’ uiterlijk.

 

Kleur 

Gebouwen worden opgetrokken in een bruinroze baksteen met accenten in zwartgeteerde baksteen en gele

verblendsteen: Geel en zwart, de Gelderse kleuren. Ook deuren en dakranden waren aanvankelijk zwart en geel.

Vrij snel veranderde de kleur van de deuren in (grijs)groen en die van de dakranden in zwart en groen.

 

Daglicht

De toetreding van daglicht vond plaats door glazen bouwstenen. In het begin direct in het metselwerk opgenomen, later als onderdeel van een beton venster.

 

Conclusie

Het behoud van bijzondere transformatorgebouwen betekent niet alleen het behoud van cultuurgeschiedenis, namelijk die van de elektrificatie van Nederland, maar tevens het behoud van architectuurgeschiedenis en

van een aantal expressieve bouwstijlen, die niet zo heel veel zijn toegepast in de provincie Gelderland en zeker niet in deze kwaliteit. Een aantal transformatorgebouwen heeft inmiddels de welverdiende status van gemeen-

telijk monument gekregen. De komende jaren zal een aantal op de lijst van rijksmonumenten worden geplaatst. Het 10KV station in Apeldoorn heeft inmiddels de status van gemeentelijk monument gekregen.